S E A D I A R Y
2024 From 25 July to 14 September 2024, I will take part with a selection of my photos in the exhibition OVAL WINDOW. LINK INSTA: OVAL WINDOW LINK WEB. VLEESHAL: OVAL WINDOW
Oesterkooien 1
Nachtrust op laagtij
Voor de avond valt
Ik weet de golven omdat ik verdwijn in de volle krullen draai ik om en speel mijn spetterparadijs
Zonder titel
Het Goese Sas
Ankerdag 2
Ankerdag 1
Zonder titel
Together
Zonder titel
Zonder titel
Harbor pole 2 | Havenpaal 2
Opgaand hout bevangen door winden van de zee kleurt jouw bestaan de stilte rood en dwingt de kalme barsten krom Geluk is het lot bespaart als ook het waaien van de wind de nacht verlaat
Harbor pole | Havenpaal
Ach, wij staan hier al zo lang op anderhalve meter afstand leiden wij een hoofs bestaan dappere vloeden en zuigende stromen trotserend zee onder, wind boven kromt het zout de diepe nerven van de blote basten glad
Genageld
Statige palen in havenland schuimend, roestig maar standvastig voor menig lot bespaart schijten de meeuwen haar toekomst vol welgemikte restanten van het avondmaal, warm en zonder moraal prikken de pilaarbijters hun vorken in de zoute vis, vandaag gevangen, morgen vrij, week-End
The wreck | Het wrak
Toen zee nog zee was en land een eiland die in het koude water de horizon brak en bij zeemist in het ongewisse stak lonkte de meermin menig schipper het dwaaldiep in de volle leegte achter zich latend tastend in het nieuwe duister.
Tussen lege decors en holle ruimtes dolen de watergeesten in wassende stromen ontwaken de wieren en spelen zij hun zeeballet in een doorlopend contract
Alleen het klappen van het knotswier doorbreekt de stilte als het noodlot al lang heeft toegeslagen en de langsliggers zich hebben ingegraven verstomd ook het laatste applaus op het vasteland
Bespuwd door oester vrijerij lig ik dampend ingebed opgediend voor nacht en ontij wachtend op de dingen die komen en gaan
Dor hout heeft geen recht op het bestaan… Door zoet of zout is nog nooit een schip vergaan Een valse wind, die is onbemind de natuur, het nieuwe kind
Vannacht kroop ik door mijn zeepalet van duistere dromen en hongerige wolven vastgenageld aan palen, sokkels en pleinen klaar om losgerukt te worden voor stormen van onmin en lust draag ik mijn palet naar de oever van de toekomst
Vandaag heb ik de zee leeggedronken het kwaad van de bodem weggeveegd zotte vrouwentaal gezopen en wakker geworden in pekelzout kraakt mijn karkas in de lege haven onder het gewicht van de late avondzon
Uit- w-oesterland getrokken, standvastig gemuteerd tot een volgende zee
het was een foutje in het kombuis het zilte nat doorboorde de onrust tot ook de kou het schip binnendrong
nu lig ik daar al lang getijden consumerend groeit mijn pokdalig bestaan
Oesterbeest
Hooglied voor de goeden die het erfgoed tussen zoet en zout, zompige palen en kreunend hout bewaken als ook menig kruis het begeeft verdwijnt de laatste steiger uit het oude slib waar geuren van wantij haar sporen in de schaduw hebben vastgelegd
Als de aarde haar boezem intrekt en de lange schemering haar gemoederen sust ontwaken de leeglopers tussen de oevers van de Schelde drinken de vogels welgezind haar wijsheid in
Haar schoot ademt goud tot de gapende monden volstromen als de maan ten volle is verstomd het gesis in de donkere holen Welkom in Pierenland